-
1 de geest geven
de geest geven -
2 de geest geven
испустить дух; умереть* * *гл.общ. испустить дух, умереть -
3 de geest geven
v. expire -
4 geest
♦voorbeelden:de geest van de tijd • l'esprit de l'époqueeen boze geest • un esprit maliner heerst een goede geest in het team • il règne un bon esprit dans l'équipeeen goede geest • un bon géniede Heilige Geest • le Saint-Espritzijn geest is helder • il a un esprit lucidescherpe geest • intelligence subtilein geesten geloven • croire aux espritsin de geest was hij bij zijn familie thuis • en pensée, il était à la maison dans sa famillein iemands geest handelen • agir dans l'esprit de qn.jong van geest zijn • être jeune d'espritvoedsel voor de geest • de la nourriture spirituellevoor de geest rijzen • venir à l'espritvoor de geest staan • avoir à l'espritiets voor de geest halen • évoquer qc.zich iets voor de geest halen • se remettre qc. en mémoireeruitzien als een geest • avoir l'air d'un fantôme〈 spreekwoord〉 hoe groter geest, hoe groter beest • grand esprit, grand appétit〈 spreekwoord〉 de geest is gewillig, maar het vlees is zwak • l'esprit est prompt, mais la chair est faible¶ in de geest van … • dans le genre de … -
5 esprit
esprit [esprie]〈m.〉1 geest ⇒ verstand, denkvermogen2 aard ⇒ geest, karakter♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 les beaux, grands esprits se rencontrent • twee zielen, één gedachte〈 spreekwoord〉 l'esprit est prompt, la chair est faible • de geest is gewillig, maar het vlees is zwakoù avais-je l'esprit? • waar was ik met mijn gedachten?avoir l'esprit, le bon esprit de faire qc. • op het (goede) idee komen iets te doenne pas avoir tous ses esprits • niet helemaal goed bij zijn hoofd zijnperdre l'esprit • zijn verstand verliezenreprendre, retrouver ses esprits • weer tot zichzelf komen; weer bijkomenvenir à l'esprit • invallenavoir l'esprit ailleurs • er niet met zijn gedachten bij zijndans mon esprit • naar mijn ideeen esprit, par l'esprit • in de geest, in gedachtenavoir l'esprit de corps • korpsgeest, groepsgevoel hebbenavoir l'esprit de décision • besluitvaardig zijnavoir l'esprit d'entreprise • ondernemingsgeest hebben, ondernemend zijnavoir l'esprit de l'escalier • nooit alert reagerenétat d'esprit • geestestoestandesprit d'initiative • ondernemingsgeestesprit de sacrifice • opofferingsgezindheidavoir l'esprit de suite • consequent zijnavoir l'esprit aventureux • avontuurlijk (van aard) zijnavoir bon esprit • van goeden wille zijnun grand esprit • een groot, edel mensil fait preuve de mauvais esprit • het ontbreekt hem aan goede wilc'est un petit esprit • hij heeft een klein denkraamcalmer les esprits • de gemoederen bedarenne pas avoir l'esprit à faire qc. • geen zin hebben iets te doenil nous traite dans un esprit de dénigrement • hij behandelt ons altijd op een denigrerende manieravoir de l'esprit • geestig zijnce n'est pas le moment de faire de l'esprit • het is nu het moment niet om leuk te zijnesprits frappeurs • klopgeestenEsprit Saint • Heilige Geestm1) geest, verstand2) aard, karakter3) geestigheid4) spook5) adem6) alcohol -
6 Geist
Geist1〈m.; Geist(e)s, Geister〉2 esprit, geest ⇒ spirit, pit♦voorbeelden:er ist ein kleiner Geist • hij is bekrompen van geestda scheiden sich die Geister • op dit punt lopen de meningen uiteenim Geist(e) sah ich … • in gedachte(n) zag ik …von allen guten Geistern verlassen sein • zijn gezond verstand verloren hebben2 ein Mann von Geist • een man met spirit, esprit————————Geist2〈m.; Geist(e)s, Geiste〉1 (wijn)geest ⇒ essence, spiritus -
7 âme
âme [aam]〈v.〉1 ziel ⇒ geest, gemoed2 kern♦voorbeelden:être, errer comme une âme en peine • met zijn ziel onder zijn arm lopenâme soeur • verwante ziel, zielsverwantde toute son âme • met z'n hele wezenje n'ai pas rencontré âme qui vive! • ik ben geen sterveling tegengekomen!à fendre l'âme • hartverscheurendrendre l'âme • de geest gevendans l'âme • in hart en nierenune ville de plus de dix mille âmes • een stad van meer dan tienduizend zielenen mon âme et conscience • naar eer en gewetensans âme • gevoelloosêtre l'âme damnée de qn. • iemands kwade genius zijnf1) ziel2) geest, gemoed, innerlijk3) persoonlijkheid, karakter -
8 ghost
n. film die Academy Award heeft gekregen met sterren Demi Moore en Patrick Swayze (in 1990 uitgebracht)ghost1[ goost] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 zweem ⇒ spoor, greintje5 → ghostwriter ghostwriter/♦voorbeelden:a ghost of a smile • een zweem van een glimlach¶ give up the ghost • de geest geven, sterven————————ghost2〈 werkwoord〉 -
9 испустить дух
vgener. de geest geven, de laatste adem uitblazen, de laatste snik geven -
10 испустить дух
vgener. de geest geven, de laatste adem uitblazen, de laatste snik geven -
11 умереть
v1) gener. verscheiden, de geest geven, de pijp uit zijn, de schuld der natuur betalen, de tol der natuur betalen, doodgaan, er om koud zijn, het leven laten, het loodje leggen, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, in het graf dalen, met de dood boeten, overlijden, ten grave dalen2) colloq. uitknijpen, de kraaienmars blazen, er tussenuit gaan, om zeep gaan3) liter. het bijltje er bij neerleggen, het hoekje omgaan, inslapen4) rude.expr. het afleggen -
12 give up the ghost
de geest geven, sterven -
13 rendre l'esprit
rendre l'esprit -
14 rendre l'âme
rendre l'âme -
15 умереть
v1) gener. verscheiden, de geest geven, de pijp uit zijn, de schuld der natuur betalen, de tol der natuur betalen, doodgaan, er om koud zijn, het leven laten, het loodje leggen, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, in het graf dalen, met de dood boeten, overlijden, ten grave dalen2) colloq. uitknijpen, de kraaienmars blazen, er tussenuit gaan, om zeep gaan3) liter. het bijltje er bij neerleggen, het hoekje omgaan, inslapen4) rude.expr. het afleggen -
16 manifest
adj. zichtbaar, duidelijk, klaarblijkelijk--------n. vrachtlijst; passagierslijst van een schip of vliegtuig; lijst van inhoud van een scheepslading--------v. zichtbaar/kenbaar/duidelijk makenmanifest1[ mæniffest] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————manifest21 zichtbaar ⇒ kenbaar, manifest————————manifest3II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vertonen ⇒ aan de dag leggen, bewijzen♦voorbeelden:manifest one's opinion • zijn mening te kennen geven -
17 opnemen
2 [op zich nemen] take on3 [weer opvatten] resume4 [laten afschrijven] withdraw5 [beoordelen] take6 [opvatten] take8 [nauwkeurig opmeten] measure (up)10 [weghalen] take/pull/tear up17 [opvegen] mop/wipe up♦voorbeelden:het vloerkleed opnemen • take up the carpet4 ƒ200,- opnemen • withdraw Dfl200,-een lening opnemen • take out a loaneen snipperdag opnemen • take the/a day offiets goed opnemen • take something wellhoe zou hij het opnemen? • how would he take it?iets hoog opnemen • not take kindly to somethingiets verkeerd opnemen • take something the wrong way7 iets goed opnemen • take a good look at/stock of somethingiemand nauwkeurig opnemen • observe/look at someone closelyiemand onderzoekend opnemen • scrutinize someonescherp/wantrouwend opnemen • eye sharply/keenly/suspiciouslyzij nam hem op van top tot teen • she looked him up and downop de band opnemen • tape, recordop de video opnemen • (video-)recordde tijd opnemen (van) • time a personin de stukken/notulen opnemen • enter in the documents/minutesnieuwe woorden opnemen in een woordenboek • enter new words in a dictionarylaten opnemen in een ziekenhuis • hospitalizeiets niet opnemen • leave out, omiteen clausule in een contract opnemen • insert a clause in a contractin het ziekenhuis opgenomen worden • be admitted to hospitalopnemen in een catalogus • put in a cataloguenamen in een lijst opnemen • include names on a list, list namesopnemen onder de rubriek …/in een rubriek • include under the heading …/in a columniemand als lid in een club opnemen • admit someone as a member of a club15 hij neemt alles heel snel/gemakkelijk op • he's very receptive/quick on the uptakeiets goed in zich opnemen • take something in18 deze spons neemt veel water op • this sponge takes up a lot of water/is very absorbenthet tegen iemand opnemen • take someone onhij kan het tegen iedereen opnemen • he can hold his own against anyonehet tegen anderen moeten opnemen • have to compete against othershet voor iemand/iets opnemen • make a stand for someone/something, speak/stick up for someone/something -
18 devil
n. duivel; geest, spook--------v. lastig vallen, martelendevil1[ devl]I 〈eigennaam; voornamelijk Devil; the〉1 duivel2 man/jongen ⇒ donder, kerel♦voorbeelden:devil take the hindmost • ieder voor zich en God voor ons allenthe devil's own luck • geweldige mazzelbe a devil • kom op, spring eens uit de band〈 slang〉 go to the devil! • loop naar de bliksem!there'll be the devil to pay • dan krijgen we de poppen aan het dansenthe devil you will/can • jazeker welthe devil he won't/can't • om de dooie dood nietwhat/where/who the devil • wat/waar/wie voor de duivel(work) like a devil • (zich) uit de naad (werken)a/the devil of an undertaking • een helse klusour John is a devil with the ladies • onze John is een grote versierder→ deep deep/————————devil2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pittig gekruid grillen/peperen -
19 fix
n. ongeluksgeval; opsporing, localisatie; gebruik van heroine (slang)--------v. vastmaken; vaststellen; vestigen; opknappen; fixeren; regelenfix1[ fiks] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 moeilijke situatie ⇒ knel, penarie♦voorbeelden:1 be in/ get oneself into a fix • in de knel zitten/raken————————fix2♦voorbeelden:¶ fix (up)on (the idea) of something • iets vaststellen/besluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastmaken ⇒ bevestigen, monteren5 opknappen ⇒ repareren, in orde brengen7 omkopen♦voorbeelden:1 fix something in the mind/memory • iets in de geest/in het geheugen prentenfix the blame on someone • iemand de schuld gevenfix something onto something • iets ergens aan vastmaken2 fix one's eyes/gaze/attention (up)on something • de blik/aandacht fixeren/vestigen op ietsfix someone with a cold stare/look • iemand koud/strak aankijken6 I'll fix him! • ik krijg hem wel te pakken!, ik zál hem!¶ have one's cat fixed • zijn kater laten castreren, zijn poes laten steriliseren→ fix up fix up/ -
20 sound
adj. gezond en wel; aanspreekbaar; diep; gevestigd; ontwikkeld; zeker; rechtvaardig; geloofwaardig; sterk--------n. geluid; klank; zeeëngte; uitspraak; medisch instrument--------v. ken; peilen, polsen; laten horen; horen; uitsprekensound1[ saund]2 inham ⇒ baai, golf1 geluid ⇒ klank, toon♦voorbeelden:1 I don't like the sound of it • het bevalt me niet, het zit me niet lekkerfrom/by the sound(s) of it/things • zo te horen————————sound2〈bijvoeglijk naamwoord; soundness〉3 solvent ⇒ financieel gezond; evenwichtig, betrouwbaar♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 be (as) sound as a bell • (zo) gezond als een vis zijn; perfect functioneren 〈 machine〉a sound mind in a sound body • een gezonde geest in een gezond lichaam————————sound3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:————————sound4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hamburger Platt — Gesprochen in Hamburg, in angrenzenden Teilen von Schleswig Holstein, Niedersachsen Linguistische Klassifikation Indogermanisch Germanisch Westgermanisch Niederdeutsch Niedersächsisch … Deutsch Wikipedia
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Literatura de Surinam — La literatura de Surinam comprende las expresiones literarias orales y escritas del país suramericano de Surinam. Contenido 1 Literatura escrita 1.1 Siglos XVI y XVII 1.2 1700 1775 … Wikipedia Español
Futter — 1. Am Futter der Kuh sparen reichet nicht. Macht nicht reich. Die Türken sagen: Gewinn und iss, aber spare nicht am Futter des Esels. (Cahier, 2596.) 2. Das futter abbrechen hilfft zur Zucht. – Lehmann, 130, 137. 3. Das Futter des Löwen ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Vöglein — 1. Besser ein schlecht Vöglein im Wald, als ein grosser Vogel in einem schönen Käfig. Frz.: Mieux vaut oiselet de bocage, que grand oiseau de belle cage. (Kritzinger, 488b.) 2. Chlîni Vögeli chönna d Schnäbeli o wît ûftûe. (Bern.) – Zyro, 93. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon